Als nieuwe Bruggenbouwer Wijken, begon Nori van Balkom als lokale procesbegeleider van Den Haag Zuidwest met het leren kennen van de wijk gezondheidsbehoeftes. Gewoon door individueel het gesprek aan te gaan met bewoners uit de wijk op plekken waar zij graag vertoeven: In de speeltuin, in de supermarkt, bij de tramhalte. De vraag ‘wat betekent gezondheid voor jou?’ stond daarin centraal. Al snel ging het over de beweegbehoefte, de weinig uitdagende speeltuintjes en de stenige wijk die niet motiveert tot wandelen of fietsen. Met deze behoeften als prioriteit werd het project in het sportpark in Zuidwest gestart (zie interview).
Om de behoeftes ook breder te toetsen organiseerden werd ook een co-creatie bijeenkomst georganiseerd. Om ook jongeren te bereiken om deel te nemen aan deze bijeenkomst, nodige Nori een aantal jongeren uit Zuidwest uit om met een ontwerper een poster te ontwerpen ter uitnodiging. Ook werden de jongeren gevraagd deze poster uit te delen en op te hangen op plekken in de wijk waar zij dachten dat andere jongeren dit zouden zien. Dit leverde hele andere plekken op dan de geijkte plekken zoals de bibliotheek, de supermarkt en het wijkhuis. Ook het feit dat er een digitale afbeelding beschikbaar was, zorgde voor veel succes. De poster werd massaal gedeeld door jongeren onderling en in buurt whatsappgroepen. Dit alles samen zorgde voor een heel divers publiek op de co-creatie bijeenkomst.
Uit de gespreksmomenten bleek dat kinderen en hun ouders ontevreden zijn met het huidige speelaanbod in Zuidwest. Er zijn maar weinig speelplekken in Zuidwest en het bestaande aanbod is weinig uitdagend en lijkt veelal op elkaar. Toen gevraagd werd naar de speelwensen viel het op dat veel kinderen het moeilijk vonden om andere vormen van spelen te verzinnen. Door het huidige, beperkte aanbod in hun eigen wijk kennen de kinderen eigenlijk geen alternatieven. Om beter inzicht te krijgen in hun speelbehoeften was het dus zaak om ze eerst te inspireren. Samen met de lokale jongerenwerkers werd daarom een Speeltuintour georganiseerd naar 3 verschillende speeltuinen in andere wijken van Den Haag. De kinderen hebben in deze andere speeltuinen heerlijk buiten gespeeld en kregen als speeltuinheld een juryboekje mee waar ze hun bevindingen in mochten vastleggen. Aan het einde van de dag mochten ze hun eigen droomspeeltuin omschrijven en tekenen.
Zuidwest is een wijk die op bijna alle vlakken van Positieve Gezondheid lager scoort dan het Haags gemiddelde. Voor de gemeente was dat vier jaar geleden reden om aan Wijzer in de Wijk deel te nemen. In de eerste jaren van Wijzer in de Wijk werden vooral interventies aangeboden om de gezondheid te verbeteren, maar die aanpak was sterk aanbodgericht en sloot niet aan bij de gezondheidsprioriteiten en randvoorwaardelijke thema’s (zoals armoede en stress) uit de wijk zelf.
Onder aanvoering van Nori van Balkom werd besloten het roer om te gooien en de vraag bij de bewoners neer te leggen. Ze is daarvoor in de wijken gaan praten met allerlei mensen. “Daaruit kwam naar voren dat de drempel om in verenigingsverband te gaan sporten voor veel mensen hoog is. En dat het ontbreekt aan basisvoorwaarden (zoals stoepen, autoluwe plekken en uitdagende speeltuintjes) om fitter te worden door dagelijks bewegen zoals wandelen, fietsen en spelen.”
Deze wensen zijn nu gekoppeld aan de herontwikkeling van een sportpark in de wijk. Voor de stroken grond rondom de sportvelden worden allerlei sportieve en recreatiemogelijkheden bedacht met en door bewoners. Met de kinderen worden ontwerpen gemaakt voor uitdagender speelterreinen en zo zijn er nog een aantal concrete ontwikkelingen gestart. Met subsidie van de provincie erbij is ondertussen een goed budget gecreëerd.
Van Balkom is overtuigd van de noodzaak om integraal en vraag gestuurd te werken. Maar zowel de systeemwereld als de leefwereld zijn supercomplex, is haar ervaring. Om samen te werken met bewoners, moet je voor verbinding zorgen. Door ontmoetingen vertrouwen winnen. “Bijvoorbeeld door een speeltuin-inspiratietour te organiseren voor de kinderen. Dan merk je direct dat je hen raakt, hen hoop geeft. Dat zorgt voor verbinding.”
Vervolgens moet je ervoor zorgen dat je levert en terugkoppelt. Daarvoor moeten afdelingen en instellingen samenwerken. Terwijl die allemaal hun eigen projecten, budgetten, doelstellingen en tempo hebben en daar kunnen niet zomaar andere projecten en plannen tussen door fietsen.
Om dit voor elkaar te krijgen heeft Van Balkom binnen het Haagse een Dreamteam opgericht. Daarin zitten pioniers van verschillende afdelingen die aan de knoppen kunnen draaien, en ervoor kunnen zorgen dat zaken in Zuidwest in beweging worden gezet.
Het Beweeglint geeft bewoners van de Stevenshof de mogelijkheid om gratis en wanneer ze maar willen in de buitenlucht te trainen. Iets wat de gemiddelde Stevenshof-bewoner volgens de Positieve Gezondheid-wijkprofiel goed kan gebruiken.
Rijsinge-Admiraal is trots op het resultaat. Maar het heeft de Stevenshof-bewoonster ‘bloed, zweet en tranen’ gekost. “Als je er mee bezig bent denk je regelmatig waar ben ik aan begonnen? Personele wisselingen, wisselende raamovereenkomsten waardoor je alles opnieuw moet doen, elkaar tegensprekende experts. We hebben het allemaal meegemaakt.”
In de Stevenshof deden de buurtbewoners heel veel zelf. Van subsidieaanvragen tot fondsenwerving, en van het uitzoeken van de sporttoestellen tot uitzoeken wat de beste ondergrond was. “Op sommige momenten zie je door de bomen het bos niet meer. Dan is het belangrijk dat je niet uit het oog verliest wat er allemaal al bereikt is. Want terugkijkend begrijp ik alles en ben ik trots op wat we voor elkaar hebben gekregen. Maar toen ik er mee bezig was…..”
Daar moet aandacht voor zijn, vindt Rijsinge-Admiraal. Enerzijds door te bedenken hoe je in het project met frustratie omgaat en anderzijds door de organisatie zo in te richten dat je frustratie zoveel mogelijk voorkomt. Van te voren na denken over elkaars kennis en kwaliteiten is een goede eerste stap. Van Rijsinge-Admiraal refereert aan haar fondsenwervingsacties en subsidieverzoeken. “Heel leerzaam. Maar het was fijn geweest als ik daarbij advies had gehad van iemand van de gemeente. Dat had de zoektocht aanzienlijk verkort.”